Lagere inkomens hebben vaak recht op een of meer toeslagen. We kennen de zorgtoeslag, de huurtoeslag, de kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget. Voor alle toeslagen, behalve de kinderopvangtoeslag, geldt een zogenaamde vermogenstoets. Dit betekent dat u geen recht heeft op de toeslag als uw vermogen te groot is. De toetsingsdatum is 1 januari. Voor de zorgtoeslag en het kindgebonden budget geldt voor 2022 een toetsingsvermogen van maximaal € 120.020. Heeft u een partner, dan geldt een maximum van € 151.767. Voor de huurtoeslag geldt een maximumvermogen van € 31.747 (respectievelijk € 63.494 als u een partner heeft). Voor de huurtoeslag mag ook een medebewoner niet méér dan € 31.747 aan vermogen hebben. De genoemde maxima zullen voor het jaar 2023 iets hoger liggen.
Heeft u een vermogen rond de genoemde maxima én recht op een of meer toeslagen, dan kan het raadzaam zijn uw vermogen te verminderen door bijvoorbeeld een deel van uw hypotheek af te lossen of een geplande, grotere aankoop naar voren te halen. Ook kan het voor ondernemers raadzaam zijn om binnen de fiscale mogelijkheden minder vermogen uit het bedrijf naar privé over te brengen.
Ook een spaar-bv of open fonds voor gemene rekening zorgt ervoor dat vermogen niet meetelt voor de vermogenstoets voor de toeslagen en de vermogenstoets voor de eigen bijdrage bij het verblijf in een verzorgingsinstelling. Overleg met uw adviseur of het rendabel is hiervoor een spaar-bv of open fonds voor gemene rekening op te richten.