Het voorafgaande Kerstarrest
De Hoge Raad heeft op 24 december 2021 geoordeeld dat het systeem van de forfaitaire vermogensrendementsheffing in box 3 een verboden vorm van discriminatie inhoudt. Dit is het zogeheten Kerst-arrest. De wetgever heeft daarop box 3 aangepast met de bedoeling het EVRM-proof te laten zijn (Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens).
Forfaitair rendement banktegoeden volgens de herstelwet
De berekening van het forfaitaire rendement op grond van de herstelwet lost het probleem doorgaans op enkel voor banktegoeden. Dit forfaitaire rendement benadert namelijk in de regel het werkelijke rendement.
Forfaitair rendement overige bezittingen volgens de herstelwet
Voor belastingplichtigen met overige bezittingen treedt een relatief ongelijke behandeling. Volgens de Hoge Raad doet deze een ongelijkheid zich in betekenende mate voor. Ofwel, ook onder de Wet rechtsherstel box 3 ontstaat een aanmerkelijk verschil in behandeling op tussen succesvolle en minder succesvolle beleggers. En dit is ongerechtvaardigde discriminatie. Ditzelfde geldt overigens ook voor de op 1 januari 2023 in werking getreden Overbruggingswet box 3.
Uitgangspunt werkelijk rendement
Uitgegaan moet worden van het werkelijk rendement, waarvoor de Hoge Raad in haar uitspraak van vandaag 6 juni 2024 regels heeft gegeven. Bij de vaststelling van het werkelijke rendement dient het gehele vermogen inclusief banktegoeden te worden betrokken, zonder aftrek van het heffingvrije vermogen. Het gaat om het nominale rendement, dus zonder rekening te houden met inflatie. Met het positieve of negatieve rendement in andere jaren wordt geen rekening gehouden.
Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen
Het werkelijke rendement omvat niet alleen voordelen die uit vermogensbestanddelen worden getrokken, zoals rente, dividend en huur, maar ook positieve en negatieve waardeveranderingen van die vermogensbestanddelen. Ook ongerealiseerde waardeveranderingen behoren tot het werkelijke rendement. Om zoveel mogelijk aan te sluiten bij het forfaitaire stelsel in box 3 mogen kosten niet, maar rente van schulden wel in aftrek worden gebracht.
Wanneer ongelijke behandeling?
Wanneer is er sprake van discriminatie? In die gevallen waarin het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement. In dat geval moet rechtsherstel worden verleend. Het rechtsherstel houdt in dat de belastingaanslag zo ver wordt verminderd dat alleen nog belasting in box 3 wordt geheven over het werkelijke rendement. De belastingplichtige moet zelf aan te tonen dat zijn werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement.
Geen rentevergoeding
Wordt de aanslag verminderd? Dan wordt volgens de fiscale wet geen rente vergoed. Dit is niet in strijd met het EVRM. Er is echter een uitzondering, namelijk in die situatie waarin het bedrag van de wettelijke rente meer is dan het bedrag van de belastingvermindering in box 3. In andere gevallen hoeft geen rente te worden vergoed, aldus de Hoge Raad.