Tussenpoos in ketenregeling verdwijnt
Om ervoor te zorgen dat tijdelijke contracten alleen worden aangegaan voor tijdelijk werk, schrapt de regering de onderbrekingstermijn die geldt voor tijdelijke contracten (6 maanden). In plaats daarvan wil het kabinet een ‘administratieve vervaltermijn’ van 5 jaar hanteren. Dit betekent dat de keten van tijdelijke contracten opnieuw begint wanneer er tussen twee arbeidsovereenkomsten minimaal een periode van vijf jaar of langer zit. Het is bovendien niet langer mogelijk om in de cao een afwijkende ketenregeling op te nemen.
Deze langere onderbrekingstermijn geldt ook voor uitzendkrachten. Voor studenten en scholieren blijft de onderbrekingstermijn zes maanden. Voor seizoenswerk blijft het ook zes maanden.
Als er sprake is van terugkerend tijdelijk werk dat “ten hoogste 9 maanden per jaar kan worden verricht”, mag de tussenperiode worden verkort tot 3 maanden. Dit moet wel in de cao staan.
Het blijft wel mogelijk maximaal drie tijdelijke contracten binnen drie jaar bij dezelfde werkgever af te sluiten.